Het ideale BE-onderwijs volgens het werkveld

Het ideale BE-onderwijs volgens het werkveld

Publicaties

Onderwijs óp locatie mét de locatie: het ideale BE-onderwijs vindt grotendeels plaats in de praktijk. Studenten volgen stages op verschillende plekken en bedrijven zijn actief betrokken, bijvoorbeeld via gastcolleges of locatiebezoeken. Tijdens de tweede werkveld bijeenkomst in het kader van de actualisatie van het domeinprofiel gingen de deelnemers in gesprek over de belangrijkste ingrediënten voor goed BE-onderwijs. Daarbij ging het zowel over de inhoud als over de vorm.

Technische basis

Voor wat betreft de inhoud werd de noodzaak van een goede technische basis nogmaals benadrukt. Maar ook dat er voldoende aandacht moet zijn voor data en digitalisering, (keten)samenwerken, communiceren en voor het stimuleren van omgevingsbewustzijn en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid.

En zeker niet onbelangrijk: duurzaamheid. Met een duidelijke voorkeur om duurzaamheid niet als apart onderwerp of vak te behandelen, maar overal in de opleiding terug te laten komen. Want, zoals meerdere deelnemers beaamden: “Wij hebben de pas afgestudeerden hard nodig bij de verduurzaming. Zonder hen gaan we niet (genoeg) veranderen. Als we het al konden, hadden we het al gedaan.”

Leren in en van de praktijk

Voor wat betreft de vorm lag de nadruk dus op zoveel mogelijk leren in en van de praktijk, experience based learning, al wordt een hoorcollege hier en daar ook gewaardeerd. Praktijkleren kan op allerlei manieren. Naast gastcolleges en locatiebezoeken werd onder meer genoemd dat er (nog meer) gewerkt zou moeten worden met actuele praktijkopdrachten. Dus geen opdrachten die gebaseerd zijn op projecten die al jaren geleden zijn afgerond, maar opdrachten die aansluiten bij lopende projecten, zodat de input van studenten echt kan worden gebruikt. Dat kunnen overigens ook onderzoeksprojecten zijn. Al dan niet in samenwerking met andere kennisinstellingen.

Persoonlijk onderwijs

Qua vorm wordt verder belangrijk gevonden dat studenten ruimte krijgen om hun eigen leerpad te kiezen, ook voor wat betreft het tempo. En er moet voldoende aandacht zijn voor persoonlijke ontwikkeling, inclusief aspecten als mentale weerbaarheid, zelfsturing, innovatief denken en het kunnen onderbouwen van keuzes.

Last but not least wordt genoemd dat er voldoende persoonlijk contact moet zijn. Want als we iets geleerd hebben de afgelopen tijd, is het wel dat sociale cohesie onmisbaar is voor goed onderwijs.

   

Net als de input van de eerste bijeenkomst, wordt ook deze input meegenomen bij de actualisatie van het domeinprofiel. Op 8 juni 2021 vindt nog een derde bijeenkomst plaats. Dan ligt de focus op de beroepsprofielen: wat zijn de banen van de toekomst waarin de BE-afgestudeerden aan de slag gaan?